Nescio- De uitvreter Titaantjes Dichtertje

€ 2,00

Samenvatting

 

Dit verhaal is het eerste in de reeks van novellen geschreven door Nescio. Het verhaal gaat over een groep vrienden, die van een vreemdeling een vriend maken, en van een vriend een voorbeeld. Het begint allemaal als Bavink Japi ontmoet aan boord van ‘de boot tussen Numansdrop en de Zijpe’. De twee hebben al gauw een gesprek over de deugden van het leven. Maar volgens Japi zijn die er niet, Japi wil versterven. Bavink vindt Japi wel een aardige kerel, en neemt hem mee naar Amsterdam waar hij hem voorstelt aan zijn vrienden: Koekebakker en Hoyer. Japi wordt al gauw een vriend van hen, en dat ondanks al zijn daden: hij rookt hun sigaren op, stookt Bavinks kachel kapot, leent je jas en je schoenen die je dan nooit meer terugziet, leent je paraplu’s en laat altijd wat halen op de naam van een ander. Maar de vrienden bewonderen Japi om wat hij doet: hij doet niks, en zij willen dat ook. Maar langzamerhand verandert Japi. Om een reden die nooit duidelijk wordt gaat hij naar Friesland, waar hij verder niks over kwijt wil. Dan gaat het bergafwaarts met het persoon Japi. Bavink ontmoet Japi nog in Brussel, daar ziet hij er wel goed uit, maar hij wil niet zeggen waarom. Later wordt hij ook gezien met Jeanne, een Franse dame die hij op zijn reizen heeft ontmoet. Maar zijn ouwe heer regelt een baantje voor hem, en hoewel hij ‘een baan hebben’ altijd verafschuwde, neemt hij deze toch aan, en verzet bergen werk. Later gaat hij voor twee jaar naar Zuid-Afrika om te werken, maar hij komt doodziek terug en vreet niet meer uit. Na het nieuws van de dood van Jeanne door tyfus verslijt hij zijn laatste maanden starend in het water, zoals hij altijd wilde doen, en ‘Op een zomermorgen om half vijf, toen de zon prachtig opkwam, is hij van de Waalbrug gestapt.’ Hij stapte letterlijk uit zijn door hem vervloekte leven. ‘De rivier is sedert naar het Westen blijven stroomen en de menschen zijn blijven voorttobben. Ook de zon komt nog op en iederen avond krijgen Japi zijn oude lui het Nieuws van den Dag nog.

Zijn reis naar Friesland is altijd onopgehelderd gebleven.’

 

 

Het boekje is redelijk, is verkleurd, heeft gebruikssporen.